Opening van de Week van de Korte Keten

Crevits wil 1.000 extra boeren in de korte keten

Op dit moment realiseert één op zeven Vlaamse landbouwers een deel van zijn of haar omzet via korte keten. Minister van Landbouw en Voeding Hilde Crevits (CD&V) streeft ernaar dat aantal tegen 2027 op één op vijf te brengen, of 1.000 extra boeren die op één of andere manier aan korte keten doen. Dat heeft ze gezegd naar aanleiding van de opening van de vijfde Week van de Korte Keten op zuivelboerderij ‘t Baliehof in het West-Vlaamse Jabbeke.

Sinds het ontslag van Wouter Beke wordt er volop gespeculeerd over wie zijn opvolger zal worden. Een mogelijke piste is dat Hilde Crevits zou doorschuiven naar het departement Welzijn. Maar niet als het van haar afhangt. “Het is absoluut de bedoeling om minister van Landbouw te blijven. Ik was enorm vereerd dat ik eindelijk de portefeuille Landbouw mócht krijgen, na tien jaar ministerschap in de Vlaamse regering. En ik doe het, ondanks alle moeilijkheden, enorm graag. Het zou mij enorm veel hartzeer doen om het te moeten afgeven, al moeten we met de partij nu kijken hoe we de sterkste ploeg op het veld zetten.”

De setting waarin ze dit vertelt, kan haast niet symbolischer. ’t Baliehof in Jabbeke is volgens de minister het “prototype van moderne boeren”. De familiale kaas- en zuivelboerderij met 90 melkkoeien verwerkt zo’n 60 procent van de melk in verse hoeveproducten, desserts en boerenkazen. Die worden verkocht in de hoevewinkel, via de webshop en op boerenmarkten. De overige 40 procent van de melk wordt opgehaald en verwerkt door Milcobel.

Stikstofissues

Melkveehouders Luc en Krista Callemeyn namen de boerderij over van de ouders van Luc in 1988. In december 2021 zijn dochter Sofie en haar vriend Matthias mee in het bedrijf gestapt. Zij runnen de landbouwtak en het is de bedoeling om op termijn het volledige bedrijf over te nemen.

Zo lijkt de toekomst verzekerd, al worstelt het landbouwbedrijf ook met het stikstofbeleid. Een nabijgelegen natuurgebied zet namelijk een rem op de uitbreidingsplannen. De jonge boeren willen een nieuwe stal bouwen en het dierenaantal verhogen. “De vernieuwing van de stal mag doorgaan, maar het aantal dieren moet gelijk blijven. Nochtans waren we van plan om te groeien naar 120 koeien omdat we een melkrobot willen installeren. Zo’n robot rendeert optimaal per 60 koeien. De investering in de 2 robots gaat nog altijd door, maar het zal ons dus meer geld kosten per koe”, vertelt Sofie.

Korte keten blijft groeien

De energie en goesting om verder te doen, putten de West-Vlaamse melkveehouders voor een groot stuk uit hun korteketenverhaal en het dichte contact met de consument. ‘t Baliehof is één van de 3.000 professionele korteketenbedrijven die Vlaanderen rijk is. De totale omzet van de hoeveverkoop in 2021 lag op 82 miljoen euro. Bijna een vijfde hoger dan in 2019, voor corona. Onderzoek van VLAM geeft aan dat de helft van de Vlaamse gezinnen in de toekomst meer lokale voeding wil kopen en een derde zegt dat nu al vaak te doen. Ongeveer één op de vijf Vlamingen koopt al eens op de boerderij en doet dit gemiddeld 12 keer per jaar voor een bedrag van 161 euro. Vorig jaar vonden zo’n 140.000 huishoudens de weg naar de boerenmarkt of een buurderij.

Startschot vijfde editie

Voor de vijfde keer werken de Vlaamse provincies, het departement Landbouw & Visserij, het Steunpunt korte keten en VLAM samen voor de organisatie van de Week van de Korte Keten. Bedoeling is de verschillende vormen van korte keten in Vlaanderen bekender te maken en het succes ervan te vergroten. “De korte keten wordt vaak geassocieerd met een hoevewinkel”, vertelt Ann Detelder van Steunpunt Korte Keten. “Maar het is veel meer dan dat. Korte keten omvat ook boerenmarkten, zelfpluktuinen, automaten op de hoeve, afhaalpunten, groenteabonnementen, webwinkels, voedselteams, buurderijen, CSA-boerderijen en coöperaties. Niet alle vormen zijn even gekend en daar willen we verandering in brengen.”

Ook de ambitie van minister Crevits om 1.000 extra boeren warm te maken voor de korte keten, is niet min. “Ze mogen uiteraard geen concurrentie vormen voor elkaar, maar het potentieel is groot genoeg”, zegt ze. De visienota ‘Meer korte keten op en rond de tafel’ legt de basis voor een gerichte ondersteuning van de korteketenlandbouwers. Via samenwerking tussen verschillende actoren die betrokken zijn bij de korte keten worden knelpunten aangepakt, kennis samengebracht en acties uitgerold.

“De omzet van korte keten willen we met acties uit deze visie laten toenemen door enerzijds de rendabiliteit op korteketenbedrijven te verhogen. Anderzijds moeten we ook inzetten op de consument door hen te informeren en te sensibiliseren. Met andere woorden, we moeten werk maken van de voedselgeletterdheid”, besluit minister Crevits.

Bron: Eigen verslaggeving van VILT